In gesprek met Henk Stoorvogel over de veranderkracht van preken
1. Je bent aan het promoveren op de veranderkracht van preken. Wat doe je tot nu toe voor ontdekkingen?
In de retorica zijn er drie principes die een grote rol spelen: docere (onderwijzen), delectare (vermaken) en movere (emotioneel bewegen). In mijn onderzoek richt ik me vooral op de laatste twee. Drie dingen zijn erg belangrijk bij het overbrengen van je verhaal:
- Persoonlijke verhalen die goed aansluiten bij de boodschap
- Humor
- Actie: dat er iets in zit waar mensen iets mee kunnen doen.
Ik heb onderzoek gedaan naar de preken die verandering hebben gebracht. Zeven van de tien keer heeft dat te maken met een bepaald ritueel na de preek. Waar de veranderkracht ook vaak mee te maken heeft is een krachtige metafoor.”
”Een goede boodschap is nog geen goede preek. Je bent aan je publiek verplicht alles op alles te zetten de boodschap goed te laten landen
2. Hoe ben jij zelf bezig met het vertellen van verhalen?
Ik was altijd op zoek naar verhalen in verhalenbundels. Dat werkte op zich goed. De laatste twee jaar vertel ik vooral verhalen uit mijn eigen leven. Zo heb ik het overlijden van mijn vader in een paar preken gebruikt. Dat deed ik in onze eigen gemeente en op een paar andere plekken. De laatste tijd heb ik er het niet meer over. Mijn preken sluiten aan bij waar ik op dat moment in mijn leven ben. Het ligt dichtbij wat ik belangrijk vind en waar ik nú mee bezig ben. Ik kan een preek 5 tot 8 keer doen en dan ben ik weer klaar mee.
3. Noem eens een voorbeeld van zo’n ritueel dat je noemde?
In de VEZ was er een keer een oproep na de preek om naar voren te gaan als je hart hard was. Vooraan was er een ijsblok waar je met aanstekers een stukje kon laten smelten. Ik geloof dat er kracht schuilgaat in die gang naar voren. Je kunt als luisteraar internaliseren wat je gehoord hebt.
Tip: Lees ook de blog Een activerende afsluiting met allerlei ideeën om de boodschap te internaliseren.
4. Kun je iets vertellen over de aanpak van je promotieonderzoek?
Het gaat om literair onderzoek en kwalitatief onderzoek. Halverwege 2016 hoop ik klaar te zijn. De uitkomst zal dan ook gepubliceerd worden door middel van een aantal artikelen in wetenschappelijke tijdschriften. In de VEZ hebben we dubbele diensten. Per dienst hadden we 100 respondenten. In beide diensten was de preek hetzelfde, maar de eerste preek was bijvoorbeeld met humor en in de tweede preek waren alle elementen met humor eruit gehaald. We hebben dat op verschillende onderdelen onderzocht. Daarnaast werken we met focusgroepen om de preek te bespreken en ik neem diepte-interviews af bij sprekers. Ik vraag bijvoorbeeld wat iemands beste en slechtste preek is en waarom.
5. Wat een leuke vraag:) Wat is jouw beste preek?
Op Opwekking sprak ik over generaties. Dat is niet echt een sexy thema, zeg maar. Daar heb ik echt wel mee zitten stoeien. Ik koos voor het verhaal van David en Salomo. Samen met mijn goede vriend Theo heb ik hele delen van de preek gemaakt. Ik had allerlei leuke vondsten erin zitten, zoals de prinsen, paleisbouwers en pensionado’s. Ik zette alle drie de groepen neer zonder ze te veroordelen. Er werd veel gelachen, er was veel herkenning. Elke zin had z’n functie.
6. En wat is je slechtste preek ooit?
Er zat eens 120 man voor me, waaronder veel Amerikanen met een jetlag. Ik wilde hen meenemen naar het kruis. Ik deed een inbeeldoefening die drie kwartier duurde. Ze hadden hun ogen dicht, er werd simultaan vertaald. Ik heb hen letterlijk in slaap gepreekt!
Op mijn 17e kwam ik tot bekering. Elke dag stond ik toen om 6 uur op om stille tijd te houden. Ik las elke week een geestelijk boek. Daar maakte ik dan een uittreksel van. Ik hield in die tijd zes keer week een kort praatje op school. Het waren korte praatjes van tien minuten of een kwartiertje. Ik geloofde zelf heel erg wat ik vertelde. Door de ervaring van toen kan ik nog steeds vrij makkelijk ook in korte tijd mijn punt maken.
8. Wat doe je tegenwoordig anders?
De bedding is veel dieper geworden. Ik heb beter door hoe de Bijbel in de realiteit valt. Ik ben veel meer dan toen op zoek naar communicatieve vormen. Ik ben steeds bezig met de vraag: ‘Hoe kan ik mensen optimaal boeien en binden?’. Dit ontdek ik onder andere door veel dingen uit te proberen.
9. Welke sprekers inspireren jou?
Ik luister de preken terug van de VEZ waar ik zelf niet bij kon zijn. Ook luister ik graag naar T.D. Jakes, John Ortberg en diverse sprekers van Hillsong. Nederlandse sprekers die mij inspireren? Ron van der Spoel vanwege zijn mooie dynamiek in zijn verhaal. Kees Goedhart. Die heeft aan zijn stem al voldoende. Wim Hoddenbagh heeft altijd mooie voorbeelden. Willem Ouweneel waardeer ik vanwege zijn diepgang en humor. (Lees hier het gesprek met Willem Ouweneel.)
10. Hoe omschrijf je jouw eigen stijl?
Ik ben meer een motivator dan een onderwijzer. Ook ben ik meer van de massacommunicatie dan van de kleine groep. Ik begin altijd met een bijbelgedeelte. Dat was eerder echt anders. Toen had ik meer onderwerpen en was de tekst soms een springplank. Nu zet ik veel meer een bijbelgedeelte neer. Ik laat het gedeelte bepalen waar ik uitkom. Ik lees ook altijd eerst het bijbelgedeelte voor. Daarna een verhaal waarbij er voldoende ruimte is om te lachen. Dan komt de brug naar de uitleg. Dat ik eerst een stuk uit de Bijbel voorlees is een bewust keuze. Ik maak hiermee een statement: ‘Ik sta hier bij de gratie van God. Alles wat ik te melden heb heeft hiermee te maken. Het woord staat centraal.’ Ik probeer de Bijbel daarom ook open voor me te hebben.
11. Hoe bereid je over het algemeen een preek voor?
Het is eerst ‘heel veel Bijbel’. Ik lees de Bijbel en allerlei commentaren. Daarna ga ik aan de slag met krachtige oneliners, alliteraties en andere stijlfiguren. Als een echte ambachtsman ga ik schaven. Ik schrijf het altijd uit. Over elk woord wil ik nadenken. Daarna ga ik het visualiseren, zodat ik zonder papieren het podium op kan.
12. Hoe ervaar je de leiding van de Heilige Geest?
Ik stel mezelf bloot aan heel veel informatie. Daarna is er een incubatietijd. Ik vertrouw erop dat de Geest vanuit de diepte weer nieuwe gedachten brengt. De leiding van de Geest ervaar ik als een organisch proces. Alles wat ik heb, ben en kan staat in dienst van de Geest!
Nico van der Zee
Kenmerk van een goede preek is en blijft: Ik heb besloten niets anders te weten dan Christus en dien gekruist. Het Woord werkt door de Geest en de Geest door het Woord. Het Woord wil vlees worden in onze harten door de Geest. De Prediker is een zaaier van het Goddelijke Woord. Hij roept de Gemeente het Woord des Heren toe. Hij bedient de Gemeente met het Woord: VDM
Maar wat heeft de Academie gemeen met Jerusalem. Oftewel wat heeft de retorica, een uitvinding van het Griekse denken, gemeen met de werking van de Heilige Geest? Wat heeft internaliseren (term uit de sociologie) te maken te maken met Bijbelse begrippen als wedergeboorte en bekering?
Waar wordt nog gesproken over de drieslag: Ellende, verlossing en dankbaarheid? Vaak wordt de bijbel niet eens meer geopend, geen exegese, geen praxis. Vaak is vermaak het doel, doordat de grondstemming van onze cultuur de verveling is en een preek op zondag zal eens als saai worden ervaren. Sensatie, innerlijke ervaringen moeten de ziel van de toehoorder strelen.
Waarom kenmerkt de tegenwoordige prediking zich in een psychologische versmalling, waarbij de zelfrealisatie van de post-moderne mens centraal staat? Waarom bedient de cabareteske prediker zich van de anecdote en zijn eigen zielenleven overgedragen wordt aan de consumerende luisterende menigte? Kortom: Wordt Christus en dien gekruist nog wel gepreekt?
Het geloof is uit het horen, naar het Woord Gods. Jezus vraagt zich af: Zal Ik nog het geloof vinden als Ik op aarde wederkeer? Maar als het Woord niet meer gepreekt wordt, hoe kunnen ze ooit geloven.
Keer weder!
Theo Dikkes
Dankjewel Paulien en Henk voor dit interview. Groet,
Theo Dikkes
Nico van der Zee
Nog een goede raad uit de Schriften van Paulus te vinden in de eerste Korinthe brief hoofdstuk 1 en 2
Uit dit stuk blijkt duidelijk dat HET GELOOF niet gebaseerd is op menselijke wijsheid en woorden. (dus geen Griekse rhetorica!) maar op de Geest van God
26 Want gij ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen.
27 Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen;
28 En het onedele der werelden het verachte heeft God uitverkoren en hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou maken;
29 Opdat geen vlees zou roemen voor Hem.
30 Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus Die ons geworden is wijsheid van Goden rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing;
31 Opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in de Heere.
1 En ik, broeders, toen ik tot u ben gekomen, ben ik niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkQndigende het getuigenis van God.
2 Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.
3 En ik was bij u in zwakheid en in vreze en in veel beving.
4 En mijn rede en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning van Geest en van kracht;
5 Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods.