Vier tips voor het preken over de gaven van de Geest
(S)preken over de gaven van de Geest kan soms best spannend zijn, omdat de meningen er zo over verschillen. En omdat je gemakkelijk ‘pastorale brokken’ kunt maken. Om er dan maar niet over te preken is ook geen optie. Hoe doe je dan op een evenwichtige manier? Jan Pool geeft veel preken, seminars en workshops over de gaven van de Geest. In 2022 verscheen zijn boek Kom, Heilige Geest: Vul ons met uw liefde en kracht. Ik vroeg Jan Pool naar een aantal tips. In aanloop naar de training Geloofwaardig preken over de gaven van de Geest.
Door Jan Pool
1. Maak duidelijk dat de gaven beschikbaar zijn voor elke gelovige
Paulus schrijft aan de gemeente te Korinte: ‘Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest.’ (1 Kor.14:1)
In de gemeente te Korinte was er volop ruimte voor de gaven van de Heilige Geest. Iedereen kon daar een inbreng leveren, zoals een lied, een onderwijzing, een openbaring, tongentaal of de uitleg ervan. Maar het ging niet allemaal even ordelijk. Paulus geeft daarom in 1 Korintiërs 14 een aantal richtlijnen om alles goed te laten verlopen. Ondanks de misstanden schrijft hij nergens dat ze maar beter kunnen stoppen met ruimte geven aan de gaven van de Heilige Geest. Integendeel, hij moedigt ze aan om er intens naar te verlangen, om ernaar te streven.
Het Griekse woord voor ‘streven naar’ betekent letterlijk ‘ijverig zijn, beijveren’.
Paulus geeft geen keuzemogelijkheid, zo van, dit is iets wat je eventueel ooit zou kunnen overwegen. Hij zegt niet: zouden jullie er misschien over na willen denken, maar: ‘streef naar de gaven de Geest, vooral naar die van de profetie’.
Zou het kunnen dat de geestesgaven in bepaalde perioden van de kerkgeschiedenis minder vaak voorkwamen omdat de christenen er toen niet vurig naar verlangden en er dus ook niet om baden?
Prof. dr. Jan Hoek, bijzonder hoogleraar binnen de Gereformeerde Bond, bepleitte in 2006 in een vlammend betoog in CV/Koers om ‘de vensters open te zetten’, zodat ‘de wind van de Geest alle vertrekken (van de kerk) kan doorwaaien’. Hij zei: ‘Waarom zouden we als kinderen van de Reformatie niet van harte openstaan voor genadegaven als tongentaal en profetie, genezing op gebed en bevrijding van demonische bindingen?’
2. Vertel voorbeelden uit je eigen leven
In februari 2018 sprak ik in een evangelische kerk die niet charismatisch was en waar men niet bekend was met het functioneren van de gaven van de Heilige Geest. Toen ik met mijn preek wilde beginnen en de zaal in keek, viel mijn blik op een jongeman van rond de 25 jaar die de aanbidding had geleid. Ik kreeg een woord van kennis en een profetie voor hem en vroeg aan de oudste van dienst toestemming om het uit te spreken. Aan de reactie van de jongen en ook van degenen die om hem heen zaten kon ik afleiden dat het raak was. Ik sprak een aantal specifieke dingen uit over de situatie waarin hij op dat moment zat en ik profeteerde over hem dat God hem niet alleen als aanbiddingsleider geroepen had, maar ook als spreker. Een paar dagen later kreeg ik een mail van de oudstenraad met de reactie dat ze het heel bijzonder vonden dat ik een profetie had uitgesproken en ook dat de profetie heel raak was. Ze maakten zich al een tijdje zorgen om de jongen omdat hij met bepaalde zaken worstelde. Mijn woord van kennis en profetie had niet alleen de jongen, maar ook hen enorm bemoedigd. Begin april, na het Paasweekend, kreeg ik opnieuw een mail waarin het volgende stond: ‘De jongen die jij profetisch toesprak heeft een anderhalf uur durende paasdienst verzorgd. Het was een dienst om nooit te vergeten!’ (Uit Kom, Heilige Geest, blz. 109).
Ik zie mijzelf absoluut niet als een expert op het gebied van de gaven van de Geest, maar ik heb inmiddels wel ervaring met alle negen gaven. Ik vind het mooi om daar iets van te vertellen in mijn preken.
Ik vertel bijvoorbeeld hoe ik de eerste keren uitstapte met angst en beven. En natuurlijk heb ik ook fouten gemaakt, maar ik heb geleerd dat fouten maken erbij hoort. Ik heb ook periodes meegemaakt waarin ik ontmoedigd en teleurgesteld was, waardoor ik dan niet meer uitstapte in de gaven van de Geest. Maar ik weet ook dat we niet zonder deze hulpmiddelen kunnen. Ik heb zo vaak situaties meegemaakt waar mijn natuurlijke bekwaamheid tekortschoot en ik de bovennatuurlijke bekwaamheid van de Heilige Geest echt nodig had.
Wekelijks maak ik mee dat leiders me om advies vragen. Natuurlijk heb ik een rijke ervaring na bijna dertig jaar voorgangerschap, maar daar red ik het niet altijd mee. Mijn wijsheid schiet vaak tekort en dan bid ik om een woord van wijsheid. Ook krijg ik vaak tijdens of na samenkomsten of tijdens mijn dagelijkse wandelingen profetieën door voor mensen. Maar dat is niet omdat ik een of andere supergelovige ben. We kunnen allemaal functioneren in de gaven van de Heilige Geest!
Wekelijkse inspiratie voor (s)prekers in je mailbox?
3. Vertel verhalen van anderen
Ik vertel ook graag verhalen van anderen. Of ik geef voorbeelden uit de kerkgeschiedenis. In mijn boek geef ik er een heel aantal. Deze bijvoorbeeld:
Augustinus (354-430 n. Chr.) was bisschop van Hippo in Noord-Afrika. Hij was een invloedrijk denker en schrijver. Veel protestantse en katholieke theologie is gebaseerd op zijn werk. In het begin van zijn bediening lijkt hij onwetend over de Geest en de gaven. Hij staat er zelfs sceptisch tegenover en schrijft dat tongentaal niet meer van deze tijd is. Ook geloofde hij niet in wonderen en tekenen. Augustinus vond dat God bijna geen wonderen meer deed en dat je ze dus niet echt hoefde te verwachten. Deze uitspraken hebben veel mensen beïnvloed in hun denken over genezing en wonderen, onder wie Johannes Calvijn. Later heeft Augustinus deze uitspraken in zijn boek Retractationes (Nalezingen) echter teruggenomen. Hij kon er namelijk niet meer onderuit, want hij zag in zijn gemeente in Hippo in twee jaar tijd zeventig wonderen gebeuren. Ook grote wonderen, zoals genezing van blindheid en artrose, en zelfs mensen die uit de dood opstonden. In zijn latere werk De Civitate Dei (De Stad van God) heeft hij ook veel wonderen opgetekend. Daarin schrijft hij ook over het zingen in tongentaal. Helaas is binnen de kerken meer gekeken naar zijn beginwerken en is op basis daarvan de theorie ontstaan dat de gaven niet meer voor deze tijd zijn (Uit Kom, Heilige Geest, blz. 135).
4. Oefen!
In een prediking kun je kennis overdragen, inspireren en verlangen opwekken, maar er is meer voor nodig om gemeenteleden toe te rusten om te functioneren in de gaven van de Heilige Geest. De beste manier om iemand te trainen is in een discipelschaprelatie, in een persoonlijke relatie. Daarnaast kun je seminars of workshops organiseren, waarbij je de deelnemers in een groep traint en laat ‘oefenen’ in het functioneren in de gaven van de Heilige Geest. Het verstaan van Gods stem, het doorgeven van profetie het onderscheiden van geesten is niet iets wat opeens over je komt, maar mag je stap voor stap leren.
Wil je kans maken op een gratis boek?
Beantwoord deze vraag: Wat herken jij van spanning rondom het preken over de gaven van de Geest?
De actie is verlopen.
Bron foto: video van Jan Pool.